Juni begint
ongelooflijk slecht. Tijdens onze eerste rit belanden we na
Tijdens onze tweede
rit, naar Scherpenheuvel
via de Dijle, van het Zennegat
tot Aarschot,
rijden we twee keer lek.Ik zeg hier wel “we”, maar het is altijd weer dezelfde
persoon die zich pechvogel mag noemen. Deze twee ritten
zijn goed voor
Angst voor het
klimwerk dat ons in Spanje te wachten staat brengt ons twee maal naar de Vlaamse Ardennen. In Brakel volgen we de Teirlinckroute en in Zwalm de watermolenroute.
Deze beide routes worden door de toeristische dienst van de Vlaamse Ardennen
met het predicaat “steil” bedacht. En of! We krijgen enkele beruchte hellingen
van de Ronde van Vlaanderen onder de wielen met o.a. de Berendries en de
Molenberg. We komen tot de conclusie dat onze angst meer dan gegrond was, we
beseffen nu maar al te best dat het klimwerk met een zware fiets en met pak en
zak niet van de poes zal zijn. Als de tijd het toelaat werken we nog wat
plaatselijke ritten af via de knooppunten. Op het einde van de maand hebben we
al meer dan
Ook op papier gaat de
voorbereiding verder. Elke rit wordt meer dan gedetailleerd, kilometer na
kilometer, bekeken. Elk dorpje op de route wordt genoteerd, iedere klim (stijgingspercentage en lengte) en bezienswaardigheid
worden op de kilometer nauwkeuig aangeduid. Mogelijke
bevoorradingsplaatsen, slaapplaatsen en fietsherstellers worden opgezocht en in
kaart gebracht.
Het materiaal dat mee
moet of zou moeten, stapelt zich letterlijk op. Wat en hoeveel wordt nog een
hele beslissing waarvoor we nog welgeteld drie weken hebben.