HOE HET BEGON - APRIL - MEI - JUNI - JULI - Start

JUNI

 

 

Juni begint ongelooflijk slecht. Tijdens onze eerste rit belanden we na 100 km in een onweer dat ons letterlijk en figuurlijk naar huis « drijft ». Daar bovenop hebben we af te rekenen met een kettingbreuk en het wordt trek- en duwwerk om de laatste 10 km tot thuis te overbruggen.

Tijdens onze tweede rit, naar Scherpenheuvel via de Dijle, van het Zennegat tot Aarschot,

rijden we twee keer lek.Ik zeg hier wel “we”, maar het is altijd weer dezelfde persoon die zich pechvogel mag noemen. Deze twee ritten zijn goed voor 245 kilometer. We krijgen stilaan maar zeker de afstand in de benen.

Angst voor het klimwerk dat ons in Spanje te wachten staat brengt ons twee maal naar de Vlaamse Ardennen. In Brakel volgen we de Teirlinckroute en in Zwalm de watermolenroute. Deze beide routes worden door de toeristische dienst van de Vlaamse Ardennen met het predicaat “steil” bedacht. En of! We krijgen enkele beruchte hellingen van de Ronde van Vlaanderen onder de wielen met o.a. de Berendries en de Molenberg. We komen tot de conclusie dat onze angst meer dan gegrond was, we beseffen nu maar al te best dat het klimwerk met een zware fiets en met pak en zak niet van de poes zal zijn. Als de tijd het toelaat werken we nog wat plaatselijke ritten af via de knooppunten. Op het einde van de maand hebben we al meer dan 2000 km gefietst.

Ook op papier gaat de voorbereiding verder. Elke rit wordt meer dan gedetailleerd, kilometer na kilometer, bekeken. Elk dorpje op de route wordt genoteerd, iedere klim (stijgingspercentage en lengte) en bezienswaardigheid worden op de kilometer nauwkeuig aangeduid. Mogelijke bevoorradingsplaatsen, slaapplaatsen en fietsherstellers worden opgezocht en in kaart gebracht.

Het materiaal dat mee moet of zou moeten, stapelt zich letterlijk op. Wat en hoeveel wordt nog een hele beslissing waarvoor we nog welgeteld drie weken hebben.